Andy reed door de verlaten stad; het was vreemd om de stad zo te zien. Waar voorheen mensen liepen lagen de straten er nu verlaten bij. Hij zag een gordijn bewegen; iemand was nog in het leven en bekeek zijn auto waarschijnlijk met argwaan. Niet alleen zombies waren een probleem. Overlevende mensen konden op rooftocht zijn en andere mensen vermoorden voor hun eten of dekens. Onderweg was hij even gestopt toen hij een vrouw had zien liggen, maar de wond in haar keel was niets meer aan te doen. Het enige pluspuntje was dat ze niet meer de tijd had om in een zombie te veranderen. opeens zag hij iemand zwaaien. Hij remde af en stopte voor haar. Met een knopje deed hij het raampje omlaag (vroeger zou hij helemaal naar de deur hebben moeten leunen om het raampje naar beneden te draaien, wat een heerlijke technologische vooruitgang!) en hij keek naar de jonge vrouw op de stoep, maar zijn ogen gleden ook langs de omgeving. Hoewel hij het niet leuk vond, moest hij voorzichtig zijn. Bendes gebruikten soms een individu om het slachtoffer af te leiden om dan met de groep aan te vallen. Dat was nog niet zo lang geleden gebeurd en gelukkig waren ze alleen gewapend geweest met knuppels en messen en had hij, net als nu, in zijn auto gezeten. Ontsnappen was niet moeilijk geweest. "Heb je hulp nodig?" vroeg hij. In deze tijd zwaaiden mensen meestal alleen als ze hulp nodig hadden, of om mensen in een valstrik te lokken. Ondertussen bestudeerde hij haar gezicht. In deze tijd waren zelfs symptomen van een verkoudheid reden tot voorzichtigheid.