Andy luisterde naar het voorstel; het klonk redelijk dat zij de winkel zou bekijken en hij de pompen, al maakte hij zich wel zorgen over wat er in de winkel verborgen kon zijn. Andere plannen had hij niet, maar hij grinnikte toen ze vroeg of hij zou wegrijden. "En jou de mogelijkheid ontnemen dat je in mijn aanwezigheid kunt verblijven?" antwoordde hij grijnzend. "Dat kan ik je niet aandoen." Hij sloot de auto - hij wilde niet dat hun auto gestolen zou worden door iemand anders - en liep naar de eerste pomp. Het display was zwart, maar toch haalde hij de slang eruit en duwde op de knop om te zien of er iets uitkwam. Niets dus. Had deze tankstation geen stroom meer? Was er een mogelijkheid om in de opslagtank te komen? Die moesten toch ook gevuld worden. Hij ging op onderzoek uit; hij bekeek de pomp zelf en inspecteerde de plek waarvan hij vermoedde dat de tankwagens de benzine in konden pompen. Terwijl hij alles bekeek en probeerde de bedenken hoe hij erbij moest komen, luisterde hij naar verdachte geluiden. Als Mae hulp nodig had zou hij meteen in actie moeten schieten. De stilte die hier heerste was onheilspellende; normaal gesproken was een snelweg een constante bron van lawaai. De vogels zongen ongehinderd hun lied en een zachte wind ruiste door de bomen. Als hij op vakantie zou zijn zou deze rust geweldig zijn; nu was het een herinnering aan teloorgang van de mensheid. Hij keek vaak over zijn schouder; het laatste wat hij wilde was aangevallen worden omdat hij niet goed oplette.